Ik heb een wandschildering gemaakt in het streekmuseum als achtergrond voor het heel oude torenuurwerk wat toen pas was gerestaureerd en weer keurig op tijd liep. Dit uurwerk (minuten kende men nog niet) is volgens torenuurwerkdeskundigen van voor de grote brand. Dus moest de huidige Brugstraat in mijn fantasie terug naar voor 1624!
Uit de Canon van Ommen:
“Brand! Brand!”, klonk het op 15 april 1624 om 11 uur ’s ochtends in de straten van Ommen. Paniek maakte zich van de stad meester. Verschillende burgers kwamen met hun leren brandemmer aangesneld om het vuur te blussen. Maar er was geen houden aan. In een mum van tijd stond bijna heel de stad in lichterlaaie. Sommige bewoners wisten nog snel wat huisraad te bergen. In niet meer dan een uur zagen de Ommenaren hun huizen in de vlammen opgaan. Van het Heilige Geest Huis voor oude vrouwen in het noorden van de stad tot aan de Vecht werd alle bebouwing in de as gelegd. Nog geen “verkenskot” bleef hier staan, schreef de burgemeester. Slechts dertien vrijstaande huizen aan de buitenkant ontkwamen aan de vuurzee. Ook de kerk met zijn prachtige gewelf, “wiens gelijk in ’t platte land niet en was”, brandde af. Alleen de klokken bleven gespaard. Veel burgers liepen brandwonden op, maar gelukkig vielen er geen dodelijke slachtoffers. De opbrengst van een landelijke collecte, f 600 ,‒, kon de kosten van de wederopbouw bij lange na niet dekken.