“Maskers”
Dit schilderij verbeeldt de dementie, hierin is iemand een masker geworden van zichzelf. Je kan iemand nog wel herkennen in het masker maar niet meer diegene die erachter zit. Hun gedachten zijn geworden als goudvissen in een kom, ze zwemmen zonder duidelijk plan wat doelloos rond. Zo af en toe zie je een gedachte helder als een vis voor het oog. Wat ze vroeger waren, een beeld waar naar opgekeken werd, staat er nog wel. Alleen is er in geen velden of wegen meer iemand om het te bekijken. De oude angsten van de vissen, gesymboliseerd in de kat, zijn ook verworden tot een stenen beeld. Deze kat beweegt niet meer en boezemt daardoor geen angst meer in. De nieuwe angsten zijn de grote leegte en het dreigende onweer, de onbekende toekomst, dat in de verte nadert.